Laatste update op 10 april 2016
In de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant) van Wegener verscheen op 14 april jl. het artikel ‘Minder stress met een virtuele assistent‘. Voor dit artikel ben ik geïnterviewd door Laurens Lammers.
Een citaat uit het artikel waarin ik aan het woord ben:
Kenden internetgebruikers een VA eerder al als een virtueel poppetje op een website dat vragen beantwoordt, tegenwoordig is het ook iemand van vlees en bloed die van alles uit handen neemt. Helma de Boer (43) bijvoorbeeld is vrij bekend met het werk van een VA. Sinds 2004 werkt ze fulltime achter de schermen van Nederlandse bedrijven, waaronder grote verzekeraars en beursgenoteerde ondernemingen. “Mijn taken zijn zeer divers”, zegt ze. “Denk aan telefonische vergaderingen notuleren, secretariaatvoering, het bijhouden van agenda’s en het redigeren van een enkel briefje. Omdat ik ook webontwikkelaar ben, ligt de focus bij mij vooral op werken aan websites, elektronische nieuwsbrieven en ander internetgerelateerd werk.”
Ook een ondernemer die hulp zoekt bij het inzetten van Twitter als communicatiemiddel kan bij De Boer terecht. Haar advies aan bedrijven wat sociale media betreft is echter simpel: hou het eenvoudig, want overdaad schaadt. Links naar reclame voor diensten en producten zijn verder oninteressant, tenzij ze meerwaarde bieden. “Een goede mix zit vooral in het aanbieden van inhoudelijk interessante berichten. Alleen als het functioneel is, kun je daar reclamelinks aan koppelen. Mijn ervaring is dat het bij Twitter vooral om het contact gaat. Bedrijven willen in beeld blijven”, aldus De Boer.
Van gedoe met klanten die tot in de puntjes aangeven wat wel en niet getweet mag worden, heeft De Boer verder geen last. “Als VA ben je vrij in de uitvoering van het werk als een bedrijf vertrouwen in je heeft. Het is daarbij belangrijk dat je je goed in de klant kunt verplaatsen.” Hoe ‘virtueel’ ze in het echt is, verschilt volgens De Boer van klant tot klant. Sommige opdrachtgevers heeft ze volgens eigen zeggen nog nooit ontmoet. “Echt virtueel ben ik ongeveer voor zeventig procent van mijn werktijd.”
Jammer genoeg vergeet Laurens mijn bedrijfsnaam in het artikel te vermelden. Naast mij komen ook Marianne Sturman van Moneypenny en Hugo Woudsma aan het woord.